Fairtrade uit Nigeria 

Met ferme tred stap ik naar de Wereldwinkel voor een pak koffie. De verkoopster zegt vriendelijk goeiemorgen en waarschuwt dat haar Bancontact-toestel die ochtend nog niet heeft gewerkt.

‘Geen probleem’, zeg ik, ‘ik heb cash’, en daarbij denk ik terug aan het geldbriefje dat we vroeger mee kregen naar school op de jaarlijkse ‘Dag van Vredeseilanden’. Godsdienstleraar Jan Nulens trok jarenlang met onvermoeibare ijver die kar, en verkocht ten bate van de eerlijke handel zakjes yuca chips en heerlijke chocolade met praliné. Dat was tenminste wat ik altijd kocht, want de koffie was toen nog niet aan mij besteed. Al had meneer Nulens de mond vol van Max Havelaar, de koffie die toch zo lekker smaakte en de boeren op de plantages een eerlijke vergoeding bood.  

Tot enkele jaren geleden zag ik hem nog geregeld op vroege ochtenden, niet Max Havelaar maar wel meneer Nulens, die bij zijn huis over het fietspad wandelde, waarlangs mijn looptoertje liep. We groetten elkaar altijd, en een paar keer ben ik gestopt om te vertellen dat ik vroeger nog les van hem had gehad. Ik moest het steeds vaker opnieuw vertellen, soms twee keer in dezelfde week, en bedacht op de duur dat het er niet echt toe deed, die goeiemorgen leek meer van tel, net zoals de moedige vastberadenheid waarmee de man zijn ochtendwandelingen bleef maken.  

Ik heb ook chocolade gekocht, de zwarte met sinaasappelstukjes van Oxfam, die vind ik het lekkerst. Een driehoekje smelt op mijn tong, terwijl ik een legitieme bestelbevestiging uit de spamfolder vis. Geen wonder dat zo’n filter van slag raakt, bedenk ik bij het zien van het bericht erboven –  een schreeuwerige reclameadvertentie voor een anatomische ingreep die bij een vrouw volstrekt onmogelijk is – en het bericht eronder, dat me in het Frans uitnodigt een gratis prijsschatting van mijn auto te laten maken. Meteen denk ik terug aan een Telefacts-uitzending van december, over fraude met tweedehandsauto’s in Frankrijk. Een oplichter in Cotonou (Bénin) verdiende maandelijks duizenden euro’s als ‘brouteur’, de bijnaam die cybercriminelen in Afrika hebben gekregen, verwijzend naar schapen die alles kaalvreten en zo anderen het gras onder de voeten wegmaaien. Hun slachtoffers noemen ze trots ‘pigeons’ of ‘dindons’. Ik wist niet dat Afrikaanse schapen geïnteresseerd waren in duiven of kalkoenen, al besef ik best dat honger veel met een mens – en dus vast ook met een dier – kan doen.  

De vermomde oplichter klapte zijn laptop open, legde een VPN-verbinding naar Frankrijk, waarmee het zou lijken alsof hij vanuit Frankrijk surfte. Vervolgens plaatste hij een advertentie voor de verkoop van een niet-bestaande tweedehandsauto op een site in Marseille. Niet veel later meldde zich een vrouwelijk slachtoffer. Ze stelde wat vragen over de auto en wilde het voertuig dan komen bekijken, of dat mogelijk was? Jazeker, legde de oplichter uit, en dat hij een moeder was die het geld nodig had om voor haar kindje te zorgen, dat was de enige reden waarom ze deze uitstekende auto van de hand deed. Voordat ‘ze’ de verplaatsing wilde doen, wilde ze wel eerst weten dat het een ernstige koper betrof. Daarom moest de geïnteresseerde vrouw naar de plaatselijke krantenwinkel en daar een prepaid-kaart van 500 euro kopen. Om te bewijzen dat ze die kaart – en dus dat geld – had, moest ze de kaart registreren via een link die de oplichter haar toestuurde. De link leidde naar een valse website die zijn vriend had gebouwd, en waarmee hij zijn slachtoffer onmiddellijk de vijfhonderd euro afhandig kon maken. Het lukte meteen.  

‘Vooral vrouwen zijn heel gemakkelijk te misleiden’, verklaarde hij smalend en zonder een milligram schuldgevoel. 

Tot zover de eerlijke handel in Afrika, denk ik, en dat het jammer is hoe deze gewetenloze ‘brouteurs’ de reputatie van een land en zelfs een heel continent bezoedelen met hun oplichterij. Het zal de handelspositie van de koffie- en cacaoboeren vast ook niet verbeteren.  

‘l’Afrique s’est forgé une sinistre réputation de sanctuaire de la cybercriminalité’, lees ik op een site van het informatiebureau voor Afrikaanse economie. Ook Ghana, Togo, Kameroen en Nigeria lopen frequent met hun kaalvretende schapen in de kijker. En hun prinsen natuurlijk, als het over Nigeria gaat. Want de fraudetruc met de Nigeriaanse prins is al zo oud als het internet zelf, en ben ik doorheen de jaren in verschillende versies tegengekomen. Steevast komt de phishingmail zogezegd van een rijk invidu, een lid van de adel of de koninklijke familie, een hoogwaardigheidsbekleder of een zakenman, die door een probleem geen toegang meer heeft tot zijn erfenis of zijn geld. Zijn kind is gegijzeld, hij is op de vlucht, of hij is zelf onschuldig gevangen genomen wegens politieke onrust in zijn land. Gelukkig is er nog zijn fortuin, dat ook het jouwe kan worden, als je eerst de borgsom, het losgeld of een afkoopsom wil betalen. Of zelfs dat hoeft in sommige varianten niet, want de Nigeriaanse prins heeft enkel even jouw rekening nodig om zijn gigantische erfenis op te stallen, waarna jij een flink percentage zelf mag houden als dank.  

De ‘Nigerian Prince Scam’ had vele voorlopers, lang voordat het digitale tijdperk bestond. Zo circuleerde in de negentiende eeuw een oplichterstruc waarbij iemand zich voordeed als een oorlogsgevangene in Spanje, en brieven schreef naar potentiële slachtoffers die hem moesten helpen om zijn verborgen geld in zijn thuisland terug te vinden. In ruil beloofde de gevangene een deel van zijn rijkdom aan de persoon die hem zou helpen, in de eerste plaats door het opsturen van geld voor de borgsom of om de cipiers om te kopen. 

Afhankelijk van de actualiteit situeerde de gevangenschap zich later in Frankrijk of Rusland, en ook nu blijkt de correspondentie even flexibel als inventief, wanneer we berichten van vluchtende Oekraïense zakenlui of Amerikaanse soldaten op missie ontvangen. 

De Belgische Ambassade in Nigeria vermeldt op haar site een reeks tips om fraudepogingen te herkennen. Ze klinken een beetje grappig, vind ik, vooral die over de taal: 

‘Een uitstekend middel om valse brieven te herkennen: de correspondentie is bijna altijd opgesteld in schabouwelijk Engels. Speciaal het verschil tussen enkelvoud en meervoud wordt zelden gerespecteerd. De zinsconstructies zijn ondoorzichtig. Het taalgebruik is bombastisch en slaat soms helemaal nergens op. Correspondentie die u in dit soort Engels bereikt, kan best sowieso worden genegeerd. 

Vele brieven en faxen zijn rijkelijk voorzien met allerlei ‘stempels’ met de ronkende woorden: official, confidential, confirmed etc… In het algemeen geldt: hoe meer dergelijke stempels op een ‘officieel’ papier, hoe minder kans dat het ook werkelijk een officieel stuk betreft!’ 

De ‘brouteurs’ waren dus beter wat langer op school gebleven, zodat ze beter Engels hadden geleerd, bedenk ik, en misschien zelfs op het idee waren gekomen voor een meer integere carrière te kiezen. Ik besef dat ze een destructief en berucht, maar relatief klein percentage van de Afrikaanse bevolking moeten uitmaken, vast veel minder dan de eerlijke koffie- en cacaoboeren, houd ik mezelf voor. Maar ze weten de wereld te veroveren dankzij het internet.  

Ik neem een slok eerlijke koffie en eet een nog een stuk stuk eerlijke chocolade. Een winterse heildronk op meneer Nulens, de godsdienstleraar die er na 91 jaar niet meer is, maar hopelijk in zijn eigen vredige rechtvaardigheidsgevoel mag rusten. Want één ding is zeker: onder de schapen in zijn kudde zou hij geen ‘brouteurs’ hebben geduld. Anders zou hij zich samen met Max Havelaar omdraaien in zijn wifiloze graf. 

Bronnen: 

https://nigeria.diplomatie.belgium.be/nl/419-fraude-nigeria

https://www.agenceecofin.com/securite/1409-13605-cybercrime-huit-pays-africains-fiches-parmi-les-plus-risques-de-la-planete

https://nordvpn.com/nl/blog/nigerian-prince-scam/

Categorieën

Share article

We hebben ook een nieuwsbrief. Inschrijven?

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Menu
Boek Stop Phishing

Copyright NS20 bv. 'Cybercare' is een merk van NS20 bv. Alle rechten voorbehouden. Algemene voorwaarden.