Ontwapenen kan een gepensioneerde politieman als geen ander, dat zal u vast niet verbazen. Mij deed het dat ook niet meer, toen deze collega-cybervrijwilliger tijdens een infoavond voor geïnteresseerde burgers met humor de spits af beet.
‘Toen ik met pensioen ging, zei mijn vrouw: ‘Zoek u iets hè, zodat ge het huis uit zijt.’ En zo ben ik vrijwilliger geworden bij dit initiatief om mensen tips te geven om hun veiligheid op het internet te vergroten.’
Een warm lachsalvo vulde de ontwapende zaal.
Ik wist het al langer, dat herkenbaarheid en humor een ijzersterk duo vormen. Net zoals menig man en vrouw tijdens de werkzame jaren. De jaren voordat zij na iedere dweilronde ging denken: ‘Dat wordt zeven seconden enorm genieten!’
Maar ook voor hem is het niet makkelijk. De man die het gevaar trotseert, onbevreesd ten strijde trekt voor de jacht, en met een smakelijke bizon thuiskomt, dat oer-DNA wis je niet zomaar uit omdat je plots 67 bent. Trouwens, echt vuil was de vloer voor dat dweilen niet, je moet al bij de technische recherche hebben gezeten om het verschil te zien.
Met pensioen of niet, bizons kom je als man vandaag niet zo vaak meer tegen. Veel vaker moet je het stellen met koeien en kippen. Al dan niet intelligent. Maar iedereen weet: het is niet de sterkste of intelligentste soort die overleeft, wel deze die zich het best kan aanpassen.
Getuige daarvan de vrijwilliger die, gewapend met creativiteit en enthousiasme, iedere dag het verschil maakt. Voor de vloer. Maar ook voor de mensen, de dieren, en de planten die het genoegen hebben hem te zien verschijnen. Of verdwijnen.
Het is dan ook een waarheid als een koe, dat het voluntariaat vele huwelijken redt, net zo goed als verwaarloosde dieren, met uitsterven bedreigde heidesoorten, en vanavond in het stadhuis ook portemonnees.
Want zodra iedereen zich mens onder de mensen voelt, komen de vragen en de verhalen van wie online weleens wat geld en illusies verloor.
‘Ik heb toch al zo dikwijls gezegd dat je niet zomaar alle vriendschapsverzoeken mag aanvaarden’, stoot een vrouw met haar elleboog tegen de arm van haar vriendin.
‘Ik wou die mens een kans geven’, reageert de vrouw met een zweempje humor en iets dromerigs in haar blik. ‘Geef toe dat hij er goed uitzag!’
Het bleek de zoveelste knappe Amerikaanse marineofficier, op sociale media voorzien van de nodige militaire en florale decoraties – lees: gouden strepen op de schouders en een rode roos in de hand – voor het betreden van een jachtterrein waar bizons wel heel ver weg zijn. De wilde bizon leeft namelijk alleen nog in Noord-Amerika. Groot was dan ook de ontgoocheling van de vrouw toen we haar als cybervrijwilligers duidelijk maakten dat haar Facebook-aanbidder niets met de Verenigde Staten vandoen had. Groter nog werd de ontgoocheling toen we benadrukten dat het zelfs geen echte man van vlees en bloed betrof.
‘Ja, geen Amerikaan, maar misschien dan wel een Afrikaan of een Indiër, die doet alsof hij van elders komt, om meer kans te maken?’
Volgens Wikipedia klopt het dat bizons behoren tot het geslacht van de holhoornigen en deze hoorns inzetten voor zowel gevechten als voor vertoon ten opzichte van het andere geslacht. Toch moeten we de vrouw opnieuw teleurstellen. Haar aanbidder is niet eens een malafide twintiger in een drukbevolkt appartement in Mumbai, vanwaaruit hij Europese vrouwen aan het lijntje houdt. Hoogstwaarschijnlijk is het alleen zijn software die dat doet, en die hij op ingenieuze wijze heeft geschreven om tijdens zijn slaap illusies en roepies te genereren.
De vrouw kijkt onthutst.
Gepensioneerd of niet, ik leer dat de vrijwilliger soms ook een brenger van teleurstelling is. Ook het overbrengen van moeilijke emoties behoort tot zijn bestaan, wil thuis de keukenvloer streeploos kunnen opdrogen.
‘Zie je nu wel!’ zegt de buurvrouw met een tweede duw van haar elleboog. ‘Jij gelooft altijd zomaar alles.’
Met zijn jarenlange politie-ervaring kent mijn collega-vrijwilliger ze allemaal, de truken, de strategieën, en de naïviteit die ze allemaal doet werken als je er niets van kent. Maar daar kunnen wij het verschil maken, want de avond gaat niet over slachtofferschap, maar over weerbaarheid. De toehoorders voelen zich dan ook een stuk zelfzekerder, wanneer ze om kwart over negen de zaal verlaten, gewapend met verhelderende technische kennis, handige IT-inzichten en makkelijk toepasbare tips.
Onze ervaringen nemen we mee naar het evaluatieoverleg van de Provincie Vlaams-Brabant, dat twee weken later plaatsvindt. De cybermissie is geslaagd, zo blijkt daar, en moet worden voortgezet, daarover is iedereen het tegen de lunch unaniem eens. Sommige mensen vertrekken, omdat ze nog niet gepensioneerd zijn. Anderen blijven plakken, de keukenvloer indachtig. De overgebleven broodjes vinden hun weg naar een vrijwilligersrugzak, naast stapels flyers en folders waarvan ik heel intens hoop dat ze van een plastic coating zijn voorzien. Want kip curry heeft de holhoornige bizon verdrongen, bedenk ik met een zweempje nostalgie. Wat duw- en herschikwerk maken in de rugzak plaats voor het laatste broodje van de schotel. Ook dat blijft een waarheid als een koe: de rol van de man als uithuizige broodwinner laat zich na de pensioengerechtigde leeftijd niet licht hertekenen. Evenmin als die van de vrouw, voor eeuwig verbonden aan de raad van tante Kaat.
Of een rugzak in de kookwas kan? Ik geloof niet dat er in heel België één vrouw te vinden is, die daarmee op vrijwillige basis instemmen zou. Omdat ook vrijwilligerswerk zijn grenzen heeft.